Bluegrass gitarist/zanger Tony Rice is op 25 december op 69-jarige leeftijd overleden.
Geboren als David Anthony Rice in Virginia op 8 juni 1951, hoorde Tony Rice bluegrass van zijn vader, een amateurmuzikant die zijn gezin grootbracht in Los Angeles, en Tony’s oudere broer Larry Rice, die mandoline speelde. Toen Tony 20 was, voegde hij zich bij zijn broer als lid van de New South, de bluegrass-groep onder leiding van banjospeler J.D. Crowe. De band speelde in heel Kentucky en introduceerde Tony bij Ricky Skaggs, die in 1974 lid werd van New South. Na zijn dood noemde Ricky Skaggs Tony Rice aan als ‘de meest invloedrijke akoestische gitarist van de afgelopen 50 jaar’.
Tony Rice was van nature een gitaartalent, verblinde de bluegrass-fans met zijn behendige flatpicking en zijn beheersing van de Martin D-28 akoestische gitaar. Zijn debuut solo-album uit 1973 heette simpelweg “Guitar”, en bevatte Rice’s interpretaties van Merle Travis ”Nine Pound Hammer”, “Faded Love”’van Bob Wills en een van zijn herkenningsmelodieën “Freeborn Man”.
Tony Rice trad op en nam op met het David Grisman Quintet, met J.D. Crowe als de Bluegrass Album Band, met Norman Blake, met zijn broers als de Rice Brothers, met de Byrds ‘ Chris Hillman, met Peter Rowan, en met zijn New South-maat Ricky Skaggs. Maar het was met zijn eigen groep, de Tony Rice Unit, dat Rice een aantal van zijn meest geprezen en inventieve werk maakte.
In de jaren negentig werd bij Tony Rice dysfonie vastgesteld, een aandoening van de stembanden die hem vrijwel zijn zangstem ontnam. Rice vocht ook tegen artritis en elleboogproblemen die zijn spel beïnvloedden. Hij gaf zijn laatste openbare optreden op gitaar tijdens zijn introductie in 2013 in de Bluegrass Music Hall of Fame en hield een emotionele dankwoord: “Het is onze plicht, niet alleen als muzikanten, maar ook als deelnemers aan deze muziekvorm om het te laten zijn zoals elke andere muziekvorm in de geschiedenis,” zei hij. “Het is onze plicht om bluegrassmuziek … te laten groeien en bloeien, en tegelijkertijd het belangrijkste deel ervan te behouden: en dat is de essentie van het geluid van echte bluegrassmuziek”.